0

Ongevraagde wetenswaardigheden over Japan

Posted by Martijn on 11/27/2011 in Blog |

Wie wat bewaart, die heeft wat. Omdat ik tegenwoordig iedere brainfart meteen op Twitter zet en er dus weinig materiaal de tijd krijgt om te rijpen (of te gisten, voor wie niet zo’n liefhebber is van mijn stijl) blijft dit blog angstig leeg. Gelukkig vond ik nog een tekstje uit 2003, toen ik samen met mijn vriendin, inmiddels echtgenote, Japan bezocht omdat mijn vader daar een jaartje werkte. De observaties deel ik graag met u, ze lijken me nog steeds courant. Voeg de uwe gerust toe, maar bedenk dat we hier geen wedstrijdje ‘wie is de grootste Japan-kenner’ spelen, okay?

Ik ben nu 4 etmalen in Japan en dat is naar Nederlandse maatstaven een redelijke termijn om een oordeel te vellen en dat aan iedereen te melden.

Japan is in elk geval niet zoals de vele boekjes die ik van tevoren heb gelezen (althans, wanneer ze grappige plaatjes bevatten) je willen doen geloven. De theeceremonie kan dan nog zo moeilijk zijn, maar in de praktijk maak je weinig kans dat je er voor uitgenodigd gaat worden dus dat kan alvast niet fout. Daarnaast verwachten ze van buitenlanders (Gajin) ook niet anders dan uiterst boers gedrag. Dat bevestigt het idee dat ze zelf beter zijn en ik doe mensen graag een plezier.

Laat ik beginnen met een leuke foto: hieronder ben ik niet aan het bidden, maar poets ik mijn tanden. We huurden daar een ‘gestoffeerd’ appartement, dus daar zat ook een complete badkamer in. De wasbak was net boven kniehoogte.

De taal

Een verblijf in Japan is een zeldzame kans om te ervaren hoe het is om functioneel analfabeet te zijn. Weliswaar spreek in net zo weinig Spaans of Noors als Japans, maar in zulke landen kan iemand met een beetje talenknobbel van de belangrijkste teksten toch wel uitvogelen wat ongeveer de bedoeling is. Hier heb je echter geen schijn van kans. Alleen de cijfers komen me bekend voor. Verder is Japan een grote taalkundige hindernis. Zo zijn er drie verschillende schrijftalen:

  • Chinese pictogrammen, die de meeste Japanners zelf ook niet kunnen gebruiken omdat je er minstens 2000 moet herkennen voor je er mee kunt communiceren.
  • Een zelfbedacht fonetisch schrift van rare kriebeltjes, bestaande uit 52 verschillende symbolen – dit is wat de Japanners vaak zelf gebruiken.
  • Een met Romeinse letters geschreven versie van de taal, Romanji geheten. Dit is waar Westerlingen op aangewezen zijn om bijvoorbeeld namen van metrohaltes te kunnen lezen. Dezelfde letterset kan ook gebruikt worden om Engels te schrijven.

Daarnaast kent de gesproken taal nog vier beleefdheidsniveau’s, variërend van grof (1) via informeel (2, voor familie), 3 (voor collega’s) en 4 (uiterst beleefd, voor de baas, klanten, etc.) En dan spreken mannen en vrouwen ook nog eens op een andere manier, wat vervelend is voor Westerlingen die hun Japans van hun vriendin hebben geleerd. Temeer daar de meeste Japanse mannen te beleefd zijn om je te vertellen dat je praat als een wijf.

Kortom, je hebt hier geen schijn van kans. Drie of vier uitdrukkingen zijn nog net te onthouden, net als de namen van metrostations waar je wat te zoeken hebt, maar de rest blijft nog geen seconde tussen je oren hangen. Mijn hele repertoire is als volgt:

Domo arigato (hartelijk bedankt)
Konichiwa (begroeting, altijd goed)
Ikebana (bloemschikken)
Kabuki (toneel)
Moshi moshi (hallo – informeel of voor als je de telefoon opneemt)

Probeer daar maar eens een gesprek mee te voeren. Moet je wel heel toevallig een kennis hebben die de bloemstukken levert voor toneelvoorstellingen en verder kort van stof is.

Helaas is het Engels van de meeste Japanners ook beroerd. Ondanks het feit dat ze het vak zes jaar lang op school onderwezen krijgen, lukt het ze vaak niet om de meest elementaire zinnen te bouwen. Gebrek aan oefening en het feit dat Japanners hun zinnen vanuit ons perspectief van achteren naar voren formuleren is daar debet aan. Met geschreven Engels kunnen ze gek genoeg stukken beter overweg. Het schijnt dat ze gek zijn op een praatje om zo hun Engels te kunnen oefenen, maar mij is het nog niet overkomen.

Het gaat er bij Japanners niet echt in dat sommige mensen hun taal niet verstaan. In winkels en in Disneyland werd voortdurend onbekommerd tegen me aan gekwekt. Als je aangeeft dat je alleen Engels verstaat, wordt er even gegiecheld en overlegd, waarna ze beginnen in het Engels. Als ik het al versta, lopen ze zelf na twee woorden al vast, waarna ze meteen weer overschakelen in het Japans. Het doet denken aan Nederlandse bejaarden in Spanje die denken dat de ober ze wel verstaat als ze gewoon WAT HARDER SPREKEN.

Overigens zijn Japanners wel gek op Engelse woorden. De winkels hebben hier de gekste namen, die uitsluitend gekozen lijken te zijn vanwege de klank. Er is weliswaar (meestal) een vage connectie met de aard van de onderneming, maar toch klopt er vaak iets niet. Ik zag een In The Room (woninginrichting) en een Octopus Army (kledingzaak voor jongeren).

Cultuur

Of Japanners echt zo hard werken kan ik niet bevestigen. Volgens mijn vader wel: de Japanner die het project leidt, slaapt kennelijk onder zijn bureau. De man is 24 uur per dag beschikbaar. Ook zijn collega’s zijn van ‘s ochtends 9 tot ‘s avonds 10 uur op kantoor. Maar werken ze dan ook de hele tijd? Welnee! Ze zitten er om hun loyaliteit aan de baas te bewijzen, maar voeren per uur stukken minder uit dan een Europeaan die om vijf uur zijn jas weer aan doet. Het beeld van de hardwerkende Japanner is dus grotendeels een schijnvertoning, waar ze echter allemaal aan meedoen. Nou ja, allemaal… dit is ook het land van de Melkertbanen. Er zijn mannetjes met uniformen alsof ze een brigadegeneraal zijn, die welgeteld 1 zebrapad onder hun hoede hebben. Die mannetjes staan ook wel eens onderaan de roltrap, om je te vertellen dat je beter niet kunt struikelen. Ik was in een museum waar hooguit 20 bezoekers rondliepen, met zeker net zoveel personeel achter de balie. Dat personeel verkoopt geen kaartjes: daar staat een automaat voor. En dus staat het personeel bij de automaat, om je te helpen bij de keuze. Kortom, het lijkt of die knakkers het druk hebben maar dat valt in de praktijk nogal mee. Met een stuk of tien Birgitten kun je heel Yokohama draaiend houden, denk ik.

Op straat

Een van de aardige dingen van Japan is dat je er op straat veel minder kans loopt om beroofd of lastig gevallen te worden. Als ik richting de metro loop, kan ik rustig mijn portefeuille tevoorschijn halen, de metrokaart er uit halen en het ding weer terug steken. Dat is in Nederland weliswaar ook niet uitzonderlijk, maar hier doe je het op je dooie gemak en zonder dat je even een stil hoekje moet zoeken of achter iemands brede rug gaat lopen. Spullen die je vergeet, staan de volgende dag nog steeds op die plaats of ze zijn door een welopgevoede Japanner afgegeven bij het loket. Kortom: Japan is een veilig land.

In de boekjes staat dat je niet op straat mag zoenen. Dat heb ik dan ook nergens gezien. Wel zijn er altijd en overal stelletjes, die vaak hand in hand lopen. Als je wel zoent op straat, zegt overigens niemand er iets van. Als buitenlander wordt er wel relatief veel naar je gekeken, maar wij vallen hier dan ook erg op. Sterker nog, ik betrapte mezelf er op dat ik OOK al naar andere buitenlanders staarde!

Het openbaar vervoer is perfect geregeld: schoon, stipt en vaak. Alle haltes werken met kaartjesmachines, die je bij het betreden en verlaten van het station door een kaartlezer moet halen. De deurtjes van die poort staan altijd open (!) en gaan pas dicht als de lezer merkt dat je niet genoeg hebt betaald, bijvoorbeeld als de reis duurder was dan je krediet op je kaart had. Dan ga je naar de Fare Adjustment Machine en die rekent voor je uit wat je moet bijbetalen. Je hoeft dus nooit van tevoren te weten wat je reis gaat kosten: koop gewoon het goedkoopste kaartje en reken af met de automaat als je op je bestemming bent. Onderweg is er geen controle, hooguit een conducteur die vraagt of er al mensen zijn die weten dat ze bij moeten betalen, zodat hij dat alvast met je kan regelen. Het openbaar vervoer is ongeveer net zo duur als in Nederland, maar VEEL beter. Dat is maar goed ook, want autorijden zou ik hier niet durven: wat ze hier met stoplichten en verkeersborden uitvreten is voor een Nederlander onvoorstelbaar.

Het is wel jammer dat er veel verschillende systemen en spoorlijnen zijn, vaak elk met hun eigen kaartjes. Bussen hebben ook zo hun eigenaardigheden: soms betaal je bij het instappen, maar ik heb ook te maken gehad met het volgende systeem: je stapt in bij de achterdeur en pakt een kaartje uit een automaat. Op mijn kaartje stond een 3. Op een digitaal display was te zien dat mensen die een kaartje met een 3 hadden, op dat moment 170 yen moesten betalen als ze uit wilden stappen. Toen we in een nieuwe zone kwamen, ging het apparaat bij de deur kaartjes met een 4 uitdelen en werd het tarief om uit te stappen voor mij 190 yen (en voor mensen met een kaartje 4 170 yen). Afrekenen doe je bij de chauffeur, die een razendsnelle betaalautomaat heeft waar je gewoon je kaartje en een handvol munten (of een biljet) in flikkert. Je zou dus in principe kunnen frauderen door vlak voordat je uitstapt een vers kaartje te pakken, maar zo zitten Japanners niet in elkaar. Dat is niet omdat ze naïef zijn, maar omdat je dat soort dingen in dit land gewoon niet doet. Je zou ook gewoon bij de voordeur eruit kunnen springen zonder te betalen: de chauffeur kan je toch niet tegenhouden.

Bovenstaande foto is op een of ander station. Als jij nou even kijkt welk spoor we moeten hebben? (V.L.N.R. in het roze mijn vrouw, in het grijs mijn vader en in streepjes mijn moeder. Leuk he, zo’n inkijkje in de familie?)

Wel is het jammer dat de kaartjesmachines alleen Japanse opschriften en knoppen hebben. Gelukkig kun je, als je de naam van je bestemming weet, meestal wel uitvogelen welk kaartje je moet hebben en welke knop op de automaat dat is. Japanners lopen ook met een grote boog om je heen als je met die machines staat te kloten dus neem rustig de tijd. Overigens zijn ze best bereid om je te helpen als je het vraagt, maar je verstaat ze toch niet dus dat heeft weinig zin.

Dat Japanners verlegen zijn valt ook erg mee: meerdere keren per dag zie (en hoor) je Japanners in microfoons of megafoons tetteren. Soms is dat om het publiek een winkel in te lokken, soms is het om te melden dat de spoorwegen ook vandaag weer bijzonder blij zijn dat ze op je klandizie kunnen rekenen en dat de trein er zometeen aan komt (allicht, die komt elke vijf minuten). Uiteraard heb ik vrij weinig mededelingen kunnen volgen, maar er werd niemand boos dus ik neem maar aan dat ik nergens iets belangrijks heb gemist. Hoewel… een keer stond ik in de rij voor een bus (van Disneyland naar Yokohama) en werd er weer een speech gehouden. De rij bewoog echter niet: niemand stapte in. Tsja, dan neem ik aan dat het niet de bedoeling is om al te lang voor vertrek in te stappen. We stonden met zijn allen onder een groot bord met de tekst Yokohama, dus ik nam aan dat ik niet de enige was die mee zou willen.
Opeens reed de bus zonder klandizie weg en dat bleek nou net mijn bus geweest te zijn. Die Japanner met die microfoon had me ook best zien staan, maar het was niet in hem opgekomen dat ik hem niet had verstaan toen hij aankondigde dat passagiers voor Yokohama nu toch echt moesten instappen. Gelukkig ging er 20 minuten later weer een bus. Maar ja, ze kunnen zich dus niet voorstellen dat iemand ze niet verstaat. Om een bekende Franse filosoof te citeren: ‘Rare jongens, die Japanners.’

Tot zover een artikel uit de oude doos, of liever gezegd een USB-stick die opeens opdook van maar liefst 16 MEGAbyte, ja!

Tags: , ,

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Copyright © 2005-2024 Brein van Martijn! All rights reserved.
This site is using the Desk Mess Mirrored theme, v2.5, from BuyNowShop.com.