Gelukkig was het geen keukenkastje
“Boels verhuur, met Linda, goeiemiddag.”
“Goeiemiddag mevrouw, u spreekt met Warnas. Ik heb uw nummer van de politie doorgekregen. Jullie verhuren spullen he?”
“Wij verhuren bijna alles meneer. Wat zoekt u?”
“Nou… dat weet ik niet precies. Wel iets groots.”
“Ja nou dat eh… dat kan. Maar wat zoekt u dan?”
“Heeft u ook containers?”
“Jazeker, hoeveel kuub?”
“Eh… wat is de grootste?”
“Dat zijn dan onze puincontainers. Die zijn vijftig kuub en kunnen op een vrachtwagen getakeld worden.”
“Hoeveel?”
“Eh… hoeveel ze kosten?”
“Nee… hoeveel passen er op een vrachtwagen bedoel ik?”
“Twee stuks.”
“En hoeveel vrachtwagens heeft u?”
“Op dit moment…. zes.”
“Dus 600 kuub.”
“Ja. Wat eh… wilde u daarin doen als ik vragen mag, meneer Warnas?”
“Ik heb ook een eh… graafmachine nodig. Of nee, zo’n happer. Weet u wel?”
“Een zandhapper? Hebben wij ook. Een caterpillar. Op rupsbanden of op rubberbanden?”
“Eh… rupsbanden, denk ik. Enne… ik denk dat er ook een soort lopende band nodig is, zoiets als bij de hoogovens weetuwel? Om erts mee te verplaatsen. Een meter of dertig, denk ik aan.”
“Dat hebben we ook. Of zou een stortkoker misschien handig zijn?”
“God nee, dat schiet niet op. Nee, dat wordt niks. Doet u mij dan maar zes vrachtwagens, een lopende band van 30 meter en twee… nee doe maar drie caterpillars met van die happers. In Hoofddorp. Heeft u ook personeel?”
“Nee… personeel leveren we niet. We komen het alleen brengen. Dan moet u echt een aannemer bellen of een uitzendbureau.”
“Goed idee.”
“Randstad uitzendbureau, met Bob.”
“Dag, met Martijn Warnas. De deur van de schoenenkast van mijn vrouw heeft het begeven en ik kan nu mijn kantoor niet meer uit. Nu heb ik het materiaal daarvoor al geregeld, maar heeft u vanmiddag nog een stuk of twintig aanpakkers beschikbaar? En het moet voor vijf uur klaar, want dan komt ze thuis!”