Qatar, iets voor u? (Deel 1)
Men vraagt mij vaak:
‘Professor Doctor Warnas, u bent nu drie dagen in Qatar. Wat vindt u ervan?’
Dan zeg ik altijd dit:
‘Vraag me dat nog eens over twintig jaar, als het land áf is.’
Ziet u, Qatar (oppervlakte 11.473 km2, 350.000 originele inwoners en 800.000 buitenlanders die daadwerkelijk iets nuttigs doen) is nog in aanbouw. ‘Coming Soon To A Peninsula Near You’, dat zou het officiële motto moeten zijn. Zo staan er pakweg zestig wolkenkrabbers in het centrum van Doha, maar zeker 40 daarvan staan nog in de steigers. Voor de zekerheid wordt ook een eiland aangelegd in de vorm van een eh… (palm? Nee dat was Dubai…) eiland, met nog zeker 30 torens. Men verwacht namelijk dat een kaal, leeg land waar het altijd waait en waar het in de zomer rond de 40 graden is, een aantrekkelijke plek voor rijke mensen en grote bedrijven zal zijn om op een flatje te gaan zitten. Bovendien is niets beter voor de onroerend goed markt dan overvloedige keuze, dus over een jaar of twee komt hier een miljoen vierkante meter kantoorruimte vrij en kan er pas echt grof geld verdiend worden. Denkt men. Die olie, dat duurt ook niet eeuwig, nietwaar? (Qatar heeft trouwens nog veel meer aardgas dan olie.)
Met een beetje geluk zijn op dat moment ook de wegen af. De aanleg duurt wat langer dan gepland, aangezien op iedere vrije meter een auto staat. Da’s lastig asfalteren, dat begrijpt u.
Doha is dan ook voornamelijk mooi bij nacht, wanneer de torenkranen niet zichtbaar zijn en de hoogbouw waar al licht in zit daadwerkelijk de indruk wekt dat we hier met Manhattan aan de Golf te maken hebben.
Qatar heeft in veel opzichten wel wat weg van Oman. Als u Oman niet kent, heeft u daar natuurlijk niet veel aan. Nu kan ik dat ook niet helpen, maar er zijn al jaren vliegtickets te koop tegen zeer schappelijke prijzen dus u had er al lang eens kunnen gaan kijken. Doe dat eens en zorg dat u Qatar hooguit als tussenlanding meepikt. Met wat mazzel hoeft u tijden het tanken het toestel niet eens uit.
In tegenstelling tot Oman is Qatar namelijk zo plat als een pannekoek en erg, erg lelijk. De zee is dan wel prachtig blauw, maar er staat een stevige bries. Het hele land is dan ook stoffig, mede vanwege de vrachtwagens met bouwmaterialen die dag en nacht doordenderen. Men is er dan ook nog niet aan toegekomen de rommel op te vegen, laat staan om hier en daar een sproeiertje te monteren zodat er langs de wegen wat gras kan groeien. Wie gras wil zien kan terecht op de Doha Golf Course, met 18 onverlichte en 9 verlichte ‘holes’. Het is hier nu, in November 2008, overdag een graadje of 28 dus dat gaat best.
Aan luxe winkelcentra geen gebrek, al is parkeren er wat lastig, zo tussen 09:00 en 12:00. Tussen 12:00 en 22:00 uur is het bijna onmogelijk, maar je kunt er dan ook vrijwel niet komen dus dat maakt in feite niets uit. De bekende ketens uit Oman zijn aanwezig (Carréfour, Lulu Centre) en natuurlijk alles wat dik maakt en uit Amerika komt.
Gek genoeg zijn hier niet alleen alle patatverkopers vertegenwoordigd, maar ook de ketens die eten op bordjes serveren zoals Bennigans, TGI Friday en Nando’s. Verder zijn er de vetverstrekkers zoals Dunkin’ Donuts, Ben & Jerry, Costa Coffee en Starbucks. Voor gebak adviseer ik Le Nôtre, waar ik beter bediend ben dan bij Klein Paardenburg terwijl ik er toch alleen maar koffie kwam drinken (met iets erbij, dat spreekt). Onzichtbare Filipino’s vervingen meteen asbakken waar ik net een flintertje van een suikerzakje in had gedaan en de tafel werd omgedekt alsof we er een vijfgangendiner hadden besteld.
Ik verblijf zelf in een ommuurde wijk, voorzien van camera’s en beveiliging. Er is maar één ingang en die is afgezet met betonblokken, zodat het wachthuisje gevrijwaard is van aanstormende auto’s met explosieven. Mocht de bestuurder van zo’n auto even het vier centimeter hoge stoepje pakken en op het gladde terrein naast de weg gaan rijden, staat hij alsnog op 2 meter van de huizen, maar het wáchthuisje is veilig en dat scheelt. Bezoekers worden geacht zich in te schrijven, blanken rijden gewoon door de slagboom voor ‘residents’ en zwaaien vriendelijk terug.
Link: Google maps. De Doha Golfcourse, die groener is dan hij hier lijkt. De driehoek rechts is de afgesloten woonwijk Qipco waar wij wonen. De club met het zwembad is goed te zien als je nog even inzoomt.
Die beveiliging is nodig omdat dit ‘kamp’, in feite een luxe woonwijk zonder doorgaand verkeer, ook bewoond wordt door Amerikanen. Die zijn, zoals bekend, wereldwijd erg goed in het maken van vrienden, met name als die vrienden olie hebben en/of wapens willen kopen. Het ontbreekt binnen de muren in ieder geval aan weinig, tenminste als u genoeg hebt aan een clubhuis zo groot als het Evoluon (ook met ruwweg die vorm) voorzien van een halvemaanvormig zwembad, fitnessruimte, restaurant, een winkeltje, squashbaan en tennisbaan. Er is een onderhoudsdienst die binnen vijf minuten op de stoep staat als de wasmachine weigert en er patrouilleren donkere mennekes op fietsen. Wij denken dat het Sudanezen zijn. Begrijpelijk, want als je iets beveiligd wilt hebben, huur dan een Afrikaan!
De tuin om het huis, overigens niet heel veel meer dan een uit de hand gelopen border, wordt in de zomer overdag behulpzaam besproeid met kraanwater van circa zestig graden, tenzij je de betreffende Indiër vraagt om dat gewoon even fijn achterwege te laten.
Het kamp ligt op circa een half uur van de luchthaven, vlak bij twee torens in aanbouw. Dat is op zich een slechte omschrijving voor een oriëntatiepunt in Doha, maar deze torens staan bekend als de ZigZag towers en deze foto maakt duidelijk waarom:
https://www.trekearth.com/gallery/Middle_East/Qatar/South/Ad_Dawhah/photo890774.htm
Autorijden in Qatar is een belevenis. In Oman rijden ze al vlot door, maar daar houden ze zich in grote lijnen toch wel aan de verkeersregels. In Qatar doen ze dat echter niet. Qatari denken dat ze het uitverkoren volk zijn (zou ik ook denken als ik op een zielloze zandvlakte woonde en opeens bleek dat ik voor miljarden aan olie onder mijn reet had) dus die halen rechts in, rijden over vluchtstroken, pakken de stoep, knipperen en toeteren je van de weg af, enzovoorts.
Indiërs rijden juist weer erg langzaam want de auto is van hun baas en Westerlingen doen een cursus ‘defensive driving’. Omdat iedereen hier zo scheurt en niet echt let op voorsorteren of richting aangeven, werkt het systeem van de rotondes ook niet erg lekker: het gaat zo snel dat je met moeite een veilig moment kunt vinden om in te haken, wat de rijen des te langer en de stress des te hoger maakt. Qatari lossen dit op door ‘op te rijden’, wat niet helemaal de bedoeling is van voorrangsrotondes maar wel goed helpt.
We gaan er even tussenuit voor de reclame. Lees meer in deel 2.