Afvinken
(Dit is geen geinige column maar meer een blog-achtig iets. Ik zou het overslaan, als ik jou was.)
Een vereniging, meneer, dat is een enig ding.
Een vereniging, die geeft een mens houvast.
Want het gaat eigenlijk alleen maar om dat ene ding:
Een groepje mensen, dat in je straatje past.
Is dit nu showbizz, vraag ik me af als ik na het etentje met de leden van Thalia naar huis rijd. We hebben drie concerten gehad, alle drie voor volle zalen. Er was een flinke wachtlijst, dus achteraf gezien hadden we een vierde zaal ook wel vol gekregen.
Nu zeg ik wel ‘we’ maar Warnas heeft natuurlijk weer een luizenbaantje gescoord: ik mocht de boel ‘presenteren’. Dat wil zeggen dat andere mensen zich wekenlang de pleuris zingen en spelen in een repetitieruimte en dat ik dan een keer langs kom, wat aantekeningen maak in een tekst die met zorg door mijn Podje Opera-collega Piet is geschreven, daarvan vervolgens 90% weglazer om ruimte te maken voor mijn oudbakken grapjes en tijdens de uitvoering 6 keer minutenlang met het publiek mag praten. Weinig doen voor veel aandacht, dus. Het zal weer eens niet!
Nu weet ik dat er mensen zijn die liever hun hand in een gehaktmolen zouden stoppen dan voor een zaal van 350 man te verschijnen om iets te vertellen, laat staan als dat over opera moet gaan en ook nog een beetje luchtig moet wezen. Ik zit daar echter niet zo mee. Je eigen talentjes en sterke punten vind je nooit bijzonder, nietwaar? Bovendien heb ik vrijmoedig van papier voorgelezen, want voor drie showtjes ga ik echt geen 6 pagina’s aan tekst in mijn hoofd stoppen. Die kalende knar en die bolle kop storen mij pas als ik de DVD bekijk en zelfs een heel goedkoop pak van C&A doet een hoop om mij presentabel te maken.
Kortom, ik vind werkelijk dat het niet zoveel voorstelt om voor een zaal vol hardhorende ouden van dagen (en mensen die liever thuis zaten maar die oma naar de voorstelling hebben gereden) een paar keer een praatje te houden. Dat zingen, dát is pas knap. En als ze me op het laatste moment gebeld hadden om te melden dat een ander het ging doen, was het me ook best geweest. Dan had ik de Playstation uit de kast gehaald, voor een middagje Grand Theft Auto.
Maar goed, is het nu showbusiness? Was ik die drie dagen iets anders dan een vent in een pak die toevallig makkelijk babbelt? En waarom maakt dat uit?
Ik vraag het me af omdat ik vroeger vol ambities zat, die allemaal anders uitpakken. Zo wilde ik ooit ‘bij de TV’. Dat is niet gelukt en eerlijk gezegd ben ik er alleen maar blij om. Ik heb een paar aardige kleine filmpjes gemaakt, puur voor vrienden en familie, en daarmee was voor mij de kous eigenlijk af. Ik wist voor mezelf dat ik het kon, dat ik het op een grotere schaal ook zou kunnen en dat ik aan mijn eigen (strenge) eisen had voldaan. Dat nog geen twintig man die onzin gezien heeft, dat boeide niet: er was maar 1 jurylid, namelijk ikzelf, en die gaf een voldoende. Trouwens, die TV-wereld is stomvervelend. Alles duurt uren, kost goudgeld en de mensen zijn alleen maar met zichzelf bezig. Blij dat ik daar mijn tijd niet aan verspild heb. Dat ik ooit vergeten ben om op te komen dagen voor de selectiedag van de Film- en Televisie-academie is achteraf waarschijnlijk een van de betere dingen geweest die me ooit overkomen zijn.
Met presenteren is het net zoiets. Ik heb dat altijd gewild, een beetje soepel voor een volle zaal staan. Deze drie keer ging dat aardig en het is me wel eerder gebeurd, ook buiten Thalia (bijvoorbeeld bij een gastcollege aan de UvA, in het Engels nog wel) en natuurlijk met dat eeuwige Podcasten waar ik mijn bek maar niet over kan houden. En ik merk dat ik het inmiddels afgevinkt heb op dat mentale boodschappenlijstje. Goed, het kan altijd beter en meer dan een zes zou ik mezelf niet geven, maar dankzij Thalia heb ik achteraan meegezongen in een matrozenpak en vooraan de boel aan elkaar gepraat (in verschillende voorstellingen trouwens) en nu weet ik dus hoe dat is, showbusiness.
Denk ik.
Of zou het pas tellen als ze je naam ook echt in het programmaboekje zetten?
Hoe dan ook: de volgende halte van de ambitie-express is échte stand-up comedy. Dus waarbij je weet dat de mensen niet hoe dan ook blijven zitten omdat het stadsbusje pas om 16:00 komt voorrijden. Mijn aanloop duurt nu al een jaar of vijftien. Het zal mij benieuwen wanneer ik spring. En of ik dat ook ooit af kan vinken.