Sommige dingen zijn alleen al leuk vanwege het idee erachter. Internet via een 0800 nummer, bijvoorbeeld. Alcoholvrij bier. Het witte fietsen plan. De multiculturele samenleving. Of een film over vier Amerikaanse soldaten die bij een Irakese krijgsgevange een kaart vinden met daarop de lokatie van Saddam's bunkers en die vervolgens stiekem zelf op pad gaan om dat goud binnen te halen. U merkte het misschien al aan de voorbeelden, maar ik ben een beetje cynisch geworden. Als het goed klinkt, werkt het meestal niet. De eerste minuten van Three Kings waren dan ook niet veelbelovend: het leek meer op een videoclip dan een film. Gelukkig is het toch allemaal goed gekomen, al is de noemer actiefilm op deze film ongeveer net zo goed van toepassing als de kwalificatie 'gelegenheidsdrinker' op André Hazes.
Het verhaal begint direct na het staakt-het-vuren verdrag tussen de geallieerden en het Iraakse leger. Zo'n verdrag betekent niet dat alle soldaten elkaar bij de bushalte de hand schudden en lekker naar huis gaan. Zo is er op het slagveld een hele collectie Irakese soldaten die allemaal netjes krijgsgevangene worden genomen en dus vriendelijk wordt verzocht even de kleertjes uit te doen en op de grond te gaan liggen. Als er eentje tegenstribbelt, moet sergeant Troy Barlow (Mark Wahlberg) helaas iets meer overtuigingskracht gebruiken en al snel wordt duidelijk waarom de betreffende Irakees liever zijn pantalon had aangehouden: hij heeft op een bijzondere plaats een kaart verborgen. Het duurt niet lang voor Sgt. Barlow, soldaat Conrad Vig (een simpele ziel die thuis weinig ander tijdverdrijf had dan op pluche beesten schieten) en soldaat Chief Elgin (een rol van de heer IJs Blokje, die hier een zeer religieuze man neerzet) aan de hand van satellietbeelden hebben uitgevogeld wat de kaart laat zien: dit zijn de bunkers waar Saddam Hussein het van Kuwait gestolen goud heeft opgeslagen!
Majoor Archie Gates (George Clooney) heeft een vrij vervelende klus: aangezien deze oorlog voornamelijk via de media wordt uitgevoerd, is hij toegewezen aan een journaliste. Dat betekent dat hij de hele dag met zo'n carriéreteef rond moet sjouwen en dat wordt hij goed zat. Zodra hij het gerucht hoort van de kaart, ruikt hij een buitenkansje (dit is overigens een woordspeling) en hij voegt zich dus bij het drietal dat schatgravertje wil gaan spelen. Maar goed ook, want zo gaat er tenminste nog één slimmerik mee.
Het lijkt een simpel klusje: in een Hum-Vee (opgefokte jeep) een uurtje rijden, de bewakers de stuipen op het lijf jagen en dan weer terug met het goud. Als het zo makkelijk was, stonden we na een kwartier alweer buiten. Je voelt dus aankomen dat er wat scheef zit. Saddam bouwt zijn bunkers namelijk bij voorkeur midden in een klein dorpje en hij ziet het ook als een ideale plaats om gijzelaars te huisvesten. Aanvankelijk doen de heren dat af met 'dit zijn onze zaken niet,' maar zelfs een G.I. is maar een mens en al snel zijn ze met een hele kudde vluchtelingen op sleeptouw op weg naar de Iraanse grens. Daarbij krijgen ze hulp van het Irakese verzet. En voor je nu denkt: 'Ach jee, er was kennelijk ook Irakees verzet: het zijn misschien toch wel lieve jongetjes...' wil ik je er graag even aan herinneren dat dit nu niet bepaald mensen zijn die bijvoorbeeld Joodse onderduikers met open armen ontvangen. De film probeert om de een of andere reden sympathie op te wekken voor deze mensen maar op mij had dat in elk geval geen effect. Als het gaat om 23 miljoen aan goudstaven ga ik over lijken, reken daar maar op. En zéker over Moslimlijken.
Ik ben zeer goed te spreken over het geweld in deze film. Afgezien van wat eigenaardige opnames die willen illustreren wat er in een lichaam gebeurt als er een kogel doorheen gaat, valt het verder nogal mee. Toch vallen er lekker veel dooien en vliegen de hulzen in het rond. Zo zie ik het graag. Het verhaal neemt geen wereldschokkende wendingen, maar ik heb me goed vermaakt en denk dat voor jou hetzelfde zal gelden.
Score: 7,5/10
Martijn Warnas