

Het is onmogelijk om over deze film te spreken zonder eerst even terug te blikken naar The Grinch, ook een verfilming van een van de kinderboeken van Dr. Seuss. In Nederland zijn die wel bekend, maar lang niet zo populair als in Amerika. Het zijn simpele maar bizarre verhalen op rijm, die met name bekend werden door de illustraties. Voor veel kinderen zijn het de eerste boeken die ze zelfstandig kunnen lezen en daarmee laten ze natuurlijk een grote indruk achter.
Door die illustraties zit je bij een verfilming vast aan een bepaalde visuele stijl, in elk geval wat de karakters betreft. En bij zowel The Grinch als bij Cat In The Hat levert dat films op die op zijn minst een traktatie voor het oog zijn. Bij een kinderfilm heb je dan meteen al een flink aantal punten binnen.
Nu was The Grinch een kans voor komiek Jim Carrey om zich eens helemaal uit te leven. De meningen over het eindresultaat zijn verdeeld, maar ik persoonlijk vond The Grinch briljant. Ik ben namelijk niet opgegroeid met de boeken van Seuss, dus voor mij was het nieuw, dynamisch en erg grappig. (Ik word pas kwaad als ze met Barbapappa en de Bereboot gaan fucken.) Maar The Cat In The Hat, deze keer met komiek Mike Meyers in een ongetwijfeld bloedheet kostuum, demonstreert heel duidelijk dat dit soort films staat of valt met de juiste man onder de juiste schmink…
Het verhaal draait om de kinderen Conrad en Sally, broer en zus maar tevens aartsvijanden. Sally is een trutje, een klikspaan, veel te braaf. Conrad is precies het tegenovergestelde. Hij is zelfs zo lastig dat hun moeder zich langzaam maar zeker door haar nieuwe vriend laat ompraten om hem naar een tuchtschool te sturen! En in plaats van zich gedeisd te houden is dat voor Conrad een reden om er een flinke schep bovenop te doen. Maar dat zie je vaker bij tuchtschoolklantjes.
Zonder enige aanleiding duikt dan opeens een levensgrote sprekende kat met een roodwit gestreepte hoed op. Die 'meet' de persoonlijkheid van Sally en Conrad, besluit dat er wel ruimte is voor verbetering. Hij laat ze een contract tekenen waarvan ze zelf amper begrijpen waar het voor is en begint dan met het scheppen van zoveel mogelijk chaos. Daarbij wordt hij geholpen door twee eigenaardige dwergen en wat er verder nog nodig is aan requisieten haalt hij op afroep uit zijn hoed, inclusief meerdere versies van zichzelf als dat nodig is. En dat is bijvoorbeeld nodig als hij de kinderen amuseert met een live uitgevoerde commercial in hun keuken, zo'n 'John wat is dit toch een ongelofelijk handige mixer'-spotje. Kortom, dat is het deel waarin Meyers mag schitteren maar waarin het verhaal geen klap vooruit komt. Het zit vol met leuke (maar ook minder leuke) grappen. Zo blijkt de goudvis opeens te kunnen spreken, al zegt hij zelden iets zinnigs.
The Cat is dus niet bijzonder grappig. Dat wil zeggen, hij is wel leuk maar dat heeft weinig te maken met het feit dat het een mansgrote kat is. Het is gewoon een komiek in een kattenpak, met een verkleedkist vol onzin, wat woordgrapjes, een snufje grotemensenhumor (hij noemt honden liever 'canine Americans') en de vervelende eigenschap om als een debiel te giechelen na iedere zin. Wuhuhuhoooei! Wat dat met kinderboeken te maken heeft mag Joost weten.
Het verhaal komt pas weer op gang als er sprake is van een geheimzinnig krat dat persé gesloten moet worden maar waarvan het slot helaas de benen neemt. Dat is aanleiding voor het drietal om een uurtje buiten te gaan spelen. Verder wordt er spanning opgebouwd omdat de moeder van Sally en Conrad die avond haar huis beschikbaar moet stellen voor een belangrijke receptie van haar baas. En ik gebruik spanning dan in de betekenis van: 'geen spanning.'
Al met al is hier voor volwassenen weinig te halen. Meyers is een stuk leuker als Austin Powers of Dr. Evil, al maakt The Cat ook best leuke grapjes. Het verhaal is voor kleine kinderen op zich wel te begrijpen, maar eigenlijk is dat helemaal niet zo van belang. In de voorstelling van een clown op een kinderfeestje is de rode draad immers ook het laatste waar je op let. Voor een kinderfilm is het ruim voldoende. Laat ik niet teveel gaan mokken over het feit dat ik er niet van kan meegenieten. Tenslotte mag ik weer lekker zo laat opblijven als ik zelf wil.
Score: 6/10
Martijn Warnas