Zoiets geldt ook voor Ghost Rider. Als film is het driewerf kut, excusez le mot. Echt heel slecht. Maar als bewegend stripboek, wat de oorspronkelijke verschijningsvorm van Ghost Rider was, is het dan weer erg goed gelukt.
De voorgeschiedenis wordt verteld op een manier die bijna een hommage lijkt aan derderangs horrorfilms, waar ik overigens geen kenner van ben. We krijgen uitgelegd dat de duivel altijd een handlanger heeft die als een soort deurwaarder functioneert: wanneer de duivel een afspraak met iemand maakt, bijvoorbeeld door Geert Wilders stemmen te bezorgen, moet er op een bepaald moment natuurlijk betaald worden. Dan krijgt Geert de Ghost Rider op zijn dak, die zijn ziel komt claimen. Elke generatie heeft een Ghost Rider, want ze slijten na verloop van tijd. Een van hen, niet geheel toevallig de ruiter uit de oorspronkelijke stripboeken (die geen hond kent), had zelfs ooit het lef om de duivel te trotseren! En zo ontstond er dus een nieuwe vacature.
Vader en zoon Blaze hebben een stuntshow: met hun motorfietsen springen ze bijvoorbeeld door een ring van vuur. Iets vergelijkbaars doet zoon Johnny (dan nog NIET gespeeld door Nicolas Cage, die kennelijk de trein gemist had of misschien gewoon niet meer als een twintigjarige te schminken valt) met zijn vriendinnetje Roxanne. (Ja, denk daar maar eens even over na...)
Haar vader ziet dat echter niet zitten en de twee staan dan ook op het punt om weg te lopen, temeer daar Johnny en zijn vader het toch al niet zo gezellig hebben met elkaar. Wanneer Johnny ontdekt dat zijn vader kanker heeft, krijgt hij kort daarop bezoek van de duivel (Peter Fonda), die een deal wil sluiten: de kanker zal genezen, als Johnny zijn ziel verkoopt. Johnny weigert en deze film duurt dan ook slechts 23 minuten. Heel eigenaardig.
Geintje!
Johnny tekent, maar krijgt te verstaan dat hij zijn gewone leven, inclusief zijn relatie met Roxanne, wel op zijn buik kan schrijven. Bovendien haalt de duivel nog een smerige streek uit, al heeft hij Johnny op dat moment nog niet direct nodig. Om de tijd te doden gaat deze dus verder met de stuntshow, waarbij hij steeds krankzinnigere spectakels bedenkt. Daarbij gaat ook meer dan geregeld iets fout, maar Johnny weet van zichzelf dat hij toch niet kan sterven. Nicolas Cage speelt de oudere Johnny.
De duivel heeft ondertussen een ander probleempje: het contract waarmee zijn vorige Ghost Rider de benen nam moet nog steeds geïncasseerd worden. Duizend zielen wachten op hun plek in de hel. Er zijn echter kapers op de kust, die deze zielen als soldaten voor hun eigen doel willen inzetten. Klusje voor Ghost Rider, dus.
Om het een beetje luchtig te houden, heeft Blaze trouwens wat rare trekjes. Hij is gek op de liedjes van Karen Carpenter, eet vrijwel alleen snoep en hij kijkt graag naar RTL Boulevard. (Tenminste, ik zag iets met chimpansees op het scherm. Zal die moderedactrice wel geweest zijn, denk ik.) Zulke dingetjes maken het voor critici meteen ook een stuk moeilijker de film onderuit te halen: het verhaal zit vol met misselijkmakende clichés, maar dat valt allemaal te verdedigen met: 'Oh, DAT? Komisch bedoeld, mijn beste! Waar maaaaaaak je je druk om?'
Een puntje kan ik er wel uitlichten: ik word een beetje feministisch op mijn oude dag, want het valt me steeds vaker op als vrouwen in films niet meer zijn dan een prijs. Ik heb er zelfs de term 'Trofeekutje' voor bedacht, toch geen kinderachtige bijdrage aan het vakgebied der filmwetenschap dacht ik zo. Het feit dat een film een vrouw bevat die niets meer is dan een reden voor de held om A weg te gaan en B er bij de finale een schepje bovenop te doen, is volgens mij een van de beste indicatoren van een prutsverhaal. Het kind is Godbetert nog TV-verslaggeefster ook! (Meestal zijn ze galeriehoudster, trouwens. Ze hebben nooit een nuttige baan, omdat ze in deel twee zwanger thuis moeten zitten.)
Zoals ik al zei: het is mijn smaak niet echt. Toch heb ik me best vermaakt. Peter Jacksons King Kong was bijvoorbeeld erger, als ik eerlijk ben. Die film was namelijk een koetjesreep in een gouden wikkel. Ghost Rider is echter precies wat je ervan zou verwachten en bevat dus ongegeneerd slechts 0,1 % verhaal. De rest is goedkoop maar zoet vulsel: leuke stuntjes, speciale effecten, een glimmende motorfiets en een lekker wijf... Smullen maar, liefhebbers.
Score: 6,1/10
Martijn Warnas